Nieuws

De laatste ontwikkelingen voor bij de koffie.

Cafeïneverslaving: Koffieleut? Komt door je genen

Echte koffieleuten zijn bijzonder, in elk geval genetisch. Ze breken cafeïne sneller af, zijn gevoeliger voor de kick van cafeïne, en hebben een andere vet- en glucoseverbranding. Het Coffee and Caffeine Genetics Consortium, een groep ‘cafeïnegenetici’ uit onder meer Amsterdam en Groningen, deed een omvangrijk genetisch onderzoek onder meer dan 120.000 koffiedrinkers van Europese en Afro-Amerikaanse afkomst.'

koffieverslaving

Cultureel bepaald

Schattingen over de mate van erfelijkheid van (veel) koffiedrinken lopen uiteen van 36 tot 58 procent. Die getallen zijn vergelijkbaar met het niveau van erfelijkheid van astma (30 procent) en migraine (53 procent). Koffiedrinken wordt ook cultureel bepaald. Dat maakte het tot nog toe lastig om in grootschalige studies de erfelijkheid ervan te achterhalen: mensen luisteren niet altijd naar hun lichaam.

Nu is het dan toch gelukt meer grip te krijgen op de genetische achtergrond. Er waren al twee genvarianten bekend die meer voorkomen bij koffiedrinkers: AHR en CYP1A2. Deze varianten bevatten de informatie van leverenzymen, die helpen bij de afbraak van cafeïne. In het nieuwe onderzoek zijn er nog twee genen in dezelfde categorie ontdekt, POR en ABCG2.

Dáárom geeft een kop koffie je een kick

Het lijkt logisch dat mensen bij wie cafeïne snel wordt opgeruimd uit het bloed ook snel weer behoefte krijgen aan koffie. Voor het eerst zijn in de studie ook twee hersengenen ontdekt die daarbij een rol spelen, BNDF en SLC6A4. Ze functioneren in beloningssystemen in het brein. Dat verklaart dat een kop koffie een kick kan geven.

Of cafeïneverslaving echt bestaat, staat overigens nog niet vast. In DSM-5, de nieuwste editie van het diagnostische handboek voor psychiatrische aandoeningen, is het daarom niet opgenomen. Maar klinische verschijnselen als gevolg van cafeïnevergiftiging en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij het abrupt stoppen met koffiedrinken zijn er wel in beschreven.

Rook je? Dan drink je waarschijnlijk ook koffie

De onderzoekers identificeerden ook twee genen die betrokken zijn bij de glucose- en vetstofwisseling van de lever, en tegelijkertijd koffiedrinkgewoontes lijken te beïnvloeden. Opvallend is dat geen van de genvariaties verband houdt met de smaakintensiteit van koffie of met door cafeïne opgewekte slaapproblemen. Mensen met genen die horen bij veel koffie drinken, hebben gemiddeld ook meer vet en een sterkere neiging om te beginnen met roken, maar ook een lagere bloeddruk en een gunstig profiel van vetten en ontstekingseiwitten in het bloed.

Maar koffiedrinken heeft ook voordelen

In epidemiologische studies is koffiedrinken vaker in verband gebracht met een verlaagd risico op parkinson, diabetes type 2 en leverziekte. Een mogelijk gunstig effect van koffiedrinken op het ontstaan van kanker en hart- en vaatziekten, is nog omstreden. Maar Amerikaanse onderzoekers lieten vorige week wel in vakblad Hepatology zien dat koffie, met én zonder cafeïne, gunstig is voor goede leverenzymen in het bloed.

Bron: www.nrcq.nl

Terug naar het overzicht